circustent

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  circustent    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈsɪrkʏsˌtɛnt/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • cir·cus·tent
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord circustent circustenten
verkleinwoord circustentje circustentjes

Zelfstandig naamwoord

decircustentv/m

  1. tijdelijk bouwsel uit masten waarover een groot dak van zeildoek is gespannen, met daaronder een plaats waar voorstellingen worden gegeven en voorzieningen voor het publiek
    • De circustent werd met tien mensen opgezet. 
     In een door hemzelf opgezette circustent, presenteerde hij een door hemzelf bedacht en gepresenteerd programma van een uur, inclusief een eigen paardennummer. Geheel in de oude circustraditie, waarin het eigenlijk draait om de paarden en de clowns en acrobaten fungeren als divertissement tussendoor.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord circustent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Ite Rümke
    “Hooggeeerd publiek” (22 december 1994) op nrc.nl
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.