co-president

Uitspraak

• Geluid:  co-president    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• co-pre·si·dent

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van president met het voorvoegsel co-

Zelfstandig naamwoord

de co-president m

1. Iemand die samen met iemand anders de voorzitter of direkteur is.

   • Sommige verenigingen hebben twee voorzitters die ieder de titel van co-president mag voeren. 
   • De publieke omroep vormt een belangrijk deel van het co-president in Nederland. 
   • Trump opereert in een volslagen ander medialandschap, dat hem op het lijf geschreven is. Hij heeft de beschikking over tv-netwerken vol sycofanten, over een online leger, aangevoerd door de eigenaar van X, die als onbezoldigd co-president het overheidsapparaat aan het afbreken is.^[1] 

Gangbaarheid

• Het woord 'co-president' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen