coalitiepolitiek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  coalitiepolitiek    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌkowaˈli(t)siˌpoliˌtik/ (7 lettergrepen)
Woordafbreking
  • co·a·li·tie·po·li·tiek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord coalitiepolitiek
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

decoalitiepolitiekv

  1. (politiek) politieke samenwerking tussen verschillende partijen die samen een bestuur kunnen vormen dat kan rekenen op de meerderheid in de volksvertegenwoordiging
     De discussie rond een zelfgekozen levenseinde wordt nog teveel gedomineerd door gelovige minderheden, stelt het echtpaar in de rouwadvertentie. „Die profiteren van de algemene zwakte van de hedendaagse coalitiepolitiek.” Ook moet er meer ruimte komen om samen uit het leven te kunnen stappen, schrijft het echtpaar.[2]
     Volgens lijsttrekker Eerdmans gaat zijn partij een regering over rechts mogelijk maken. Met partijen als de PVV en Forum lukt dat volgens hem niet. „Dat komt door de coalitiepolitiek, waarbij alles rechts van de VVD buiten de boot valt omdat ze worden uitgesloten of te radicaal zijn.”[3]

Gangbaarheid

  • Het woord coalitiepolitiek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron “Oud-Kamerlid Van der Heijden kiest voor sterven samen met vrouw” (Redactie 10-01-2017), Tubantia
  3. Weblink bron “JA21 wil nieuwe stad bouwen en discussie over abortus” (Maandag 18 januari 2021, 09:30), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.