cocooning
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: cocooning (hulp, bestand)
- IPA: / kɔˈkuːnɪŋ / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- co·coo·ning
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Engels
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cocooning | cocoonings |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de cocooning v / m
- het zich terugtrekken in de veilige huiselijke sfeer; het zich afsluiten van de boze buitenwereld
- Actrice Carolien Spoor kan goed wennen aan het moederschap. Vandaag chilt ze met baby Otis op de bank, iets dat de kersverse mama omschrijft al [sic!] cocooning. Otis slaapt vredig door. [1]
Verwante begrippen
Antoniemen
- out-going
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord cocooning staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "cocooning" herkend door:
72 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Tubantia Suzanne Borgdorff 07-07-17 Fajah op liefdesvakantie, zoon Joop van den Ende succesvol in LA
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.