coherent

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  coherent    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • co·he·rent
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘samenhangend’ voor het eerst aangetroffen in 1669 [1]
  • Van het Latijnse cohaerēns (met het voorvoegsel co-) [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen coherentcoherentercoherentst
verbogen coherentecoherenterecoherentste
partitief coherentscoherenters-

Bijvoeglijk naamwoord

coherent

  1. met ordelijke samenhang
Synoniemen
Antoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord coherent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
89 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Uitspraak
  • Geluid:  coherent (VS)    (hulp, bestand)

Bijvoeglijk naamwoord

coherent

  1. samenhangend, coherent
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.