incoherent

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  incoherent    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɪŋkoheˌrɛnt/ (4 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˌɪŋko(h)ɪˈrɛnt/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˌɪŋkoheˈrɛnt/
    • (Limburg): /ˌɪnkoheˈrɛnt/
Woordafbreking
  • in·co·he·rent
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘onsamenhangend’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1824 [1]
  • afgeleid van coherent met het ontkennend voorvoegsel in- [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen incoherentincoherenterincoherentst
verbogen incoherenteincoherentereincoherentste
partitief incoherentsincoherenters-

Bijvoeglijk naamwoord

incoherent

  1. geen samenhangend geheel vormen
    • Dit zijn volledig incoherente samenvattingen. 
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Bijwoord

incoherent

  1. op een niet samenhangende manier
    • Licht incoherent praten komt vaker voor en het vormt geen specifiek symptoom.. Men kan pas van een symptoom praten wanneer gesprekken ernstig verstoord worden.[3] 
Synoniemen

Verwijzingen

Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord incoherent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
90 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[1]
  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.