commander

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  commander (VS)    (hulp, bestand)
enkelvoud meervoud
commander commanders

Zelfstandig naamwoord

commander

  1. (militair) commandeur, bevelhebber


Frans

Uitspraak
  • Geluid:  commander    (hulp, bestand)
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
commander
commandais
commandé
eerste groep volledig

Werkwoord

commander

  1. bevelen, commanderen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.