composer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  composer    (hulp, bestand)
  • IPA: /kɔmˈpozər/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • com·po·ser
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord composer composers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

decomposerm

  1. (geschiedenis) schrijfmachine met verwisselbare lettertypen, vaak gebruikt om eenvoudig zetsel voor goedkoop drukwerk te maken
    • Hij kan zich nog goed herinneren dat de krant vroeger letter voor letter in lood werd gezet. Daarna kwam de typemachine. De composer, een elektronische typemachine, leek een revolutie in de jaren tachtig. [2]

Gangbaarheid

  • Het woord composer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
73 %van de Nederlanders;
66 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  composer (VS)    (hulp, bestand)
enkelvoud meervoud
composer composers

Zelfstandig naamwoord

composer

  1. (muziek) componist

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  composer    (hulp, bestand)
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
composer
composais
composé
eerste groep volledig

Werkwoord

composer

  1. (muziek) componeren
  2. maken, samenstellen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.