composteur

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  composteur    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • com·pos·teur
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van het Franse 'composteur' (met het voorvoegsel com-) [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord composteur composteurs
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

decomposteurm

  1. (gereedschap) zethaak

Gangbaarheid

  • Het woord composteur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.