comptoir

Frans

Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van compter met het achtervoegsel -oir.
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  comptoir     le comptoir     comptoirs     les comptoirs  

Zelfstandig naamwoord

comptoir m

  1. (horeca) tapkast, toog [2]
  2. (bedrijfskunde) balie, toonbank
  3. (bedrijfskunde) filiaal
  4. (economie) kartel, trust
  5. (geschiedenis) factorij
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.