computercursus

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  computercursus    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • com·pu·ter·cur·sus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord computercursus computercursussen
verkleinwoord computercursusje computercursusjes

Zelfstandig naamwoord

decomputercursusm

  1. (onderwijs) cursus over de computer
    • De oude vrouw volgde een computercursus om te leren e-mailen met haar kleinkinderen. 

Gangbaarheid

  • Het woord computercursus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.