computerzaak

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  computerzaak    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • com·pu·ter·zaak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord computerzaak computerzaken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

decomputerzaakv/m

  1. (handel) winkel waar men computerapparatuur en computerbenodigdheden verkoopt
     Jenny's moeder was op een dag in de zomer van 2009 computerzaak Dixons aan de Kinkerstraat binnengestapt om zich te laten voorlichten over nieuwe fotoapparatuur.[1]
     Omdat hij vond dat zijn computer niet snel genoeg meer was, bracht hij deze in juni 2009 naar een computerzaak om deze na te laten kijken. Daar werden compromitterende foto's en video's op de computer ontdekt en kwam Benno L. in beeld als verdachte.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord computerzaak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. “Tonio : een requiemroman” (2011), De Bezige Bij , ISBN 9789023467014
  2. Weblink bron
    Marc van Dam
    “'Ik hoopte dat ze niets zouden merken'” (31-05-2010), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.