concordia

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  concordia    (hulp, bestand)
  • IPA: /kɔŋˈkɔrdija/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • con·cor·dia
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord concordia -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deconcordiav

  1. toestand waarin zij die deel zijn van een groter geheel het onderling eens zijn en probleemloos samenwerken
    • Haar voet rust op een steen waarop een tekst prijkt die verwijst naar de harmonie van het huwelijk: ‘Zo goed als harmonie klinkt op de luit, zo goed kroont harmonie het huwelijk.’ Met een luit worden heel veel familieportretten voorgesteld en dit wijst voortdurend op de concordia van het gezin. [1]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord concordia staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
79 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • con·cor·dia
enkelvoud meervoud
concordia concordias

Zelfstandig naamwoord

concordia v

  1. harmonie, eendracht
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.