harmonie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: harmonie (hulp, bestand)
Woordafbreking
- har·mo·nie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘eendracht’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1330 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | harmonie | harmonies harmonieën |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de harmonie v
- samenwerking of verband van een aantal zaken tot een welgeordend en aangenaam aandoend geheel
- (muziek) aangenaam klinkende vereniging van tonen
- de gezamenlijke blaas- en slaginstrumenten in een orkest
- harmonieorkest
Synoniemen
- [1] eendracht
- [2] samenklank
Hyponiemen
- kleurenharmonie, klinkerharmonie
Afgeleide begrippen
- harmonieleer, harmonieorkest
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord harmonie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "harmonie" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "harmonie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Afrikaans
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Nederlands
Zelfstandig naamwoord
harmonie
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Pools
Zelfstandig naamwoord
harmonie
- nominatief meervoud van harmonia
- accusatief meervoud van harmonia
- vocatief meervoud van harmonia
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /ɦarmɔnɪjɛ/
- Geluid: harmonie (hulp, bestand)
Woordafbreking
- har·mo·nie
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Latijnse harmonia
Zelfstandig naamwoord
harmonie v
- harmonie; samenwerking of verband van een aantal zaken tot een welgeordend en aangenaam aandoend geheel
- (muziek) harmonieleer
- (muziek) harmonie; aangenaam klinkende vereniging van tonen
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | harmonie | harmonie |
genitief | harmonie | harmonií |
datief | harmonii | harmoniím |
accusatief | harmonii | harmonie |
vocatief | harmonie | harmonie |
locatief | harmonii | harmoniích |
instrumentalis | harmonií | harmoniemi |
Synoniemen
- shoda v, soulad monbezield, konsenzus monbezield
- —
- harmoničnost v
Antoniemen
- neshoda v, nesoulad monbezield, rozpor monbezield
- —
- disharmonie v
Afgeleide begrippen
- disharmonie v
- harmonický
- harmonizovat / harmonovat
Verwante begrippen
|
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch / Duits)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.