constateur

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  constateur    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • con·sta·teur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord constateur constateurs
verkleinwoord constateurtje constateurtjes

Zelfstandig naamwoord

deconstateurm

  1. toestel bestemd om de aankomsttijd van postduiven te registreren bij een wedstrijd, een duivenklok
  2. iemand die constateert

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord constateur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.