contra

Niet te verwarren met: contra-

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  contra    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkɔntra/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • con·tra
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord contra contra's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

contra v / m / o

  1. contrarevolutionair
    • in de jaren 1980 is het zelfstandig naamwoord contra ‘opstandeling in Nicaragua’ opgekomen 
  2. argumenten tegen de geponeerde stelling
    • In de discussie kwamen alle pro's en contra's ter sprake. 

Voorzetsel

  1. tegen
    • Hij is weer eens contraproductief bezig. 
     Afbreken contra opbouwen. Kwaad tegen goed.[4]
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Anagrammen

Gangbaarheid

  • Het woord contra staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

Latijn

Voorzetsel

cŏntrā + accusatief

  1. tegen, tegenover
    «Contra Imperium Romanum.»
    Tegenover het Romeinse Rijk.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.