contractpartij

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  contractpartij    (hulp, bestand)
  • IPA: /kɔnˈtrɑktpɑrˌtɛi/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • con·tract·par·tij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord contractpartij contractpartijen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

decontractpartijv

  1. (economie) een van de ondertekenaars van een economische overeenkomst
     Volgens FC Twente is Doyen “steeds een loyale contractpartij” geweest, die FC Twente vrij heeft gelaten in haar eigen besluitvorming.[1]
     Anders dan in een gewone markt is in de zorgmarkt de financier en contractpartij (in dit geval de gemeente), iemand anders dan de echte klant van het bedrijf.[2]
Schrijfwijzen

Gangbaarheid

  • Het woord contractpartij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Investeringsfonds Doyen geeft Twente meer tijd” (26-04-2016), NOS
  2. Weblink bron
    Pieter-Jan Klok
    “Klant van zorgbedrijven verdient extra bescherming” (20-05-2019), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.