coronaburger
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: coronaburger (hulp, bestand)
Woordafbreking
- co·ro·na·bur·ger
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van corona zn en burger zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | coronaburger | coronaburgers |
verkleinwoord | coronaburgertje | coronaburgertjes |
Zelfstandig naamwoord
de coronaburger m
Gangbaarheid
- Het woord 'coronaburger' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ “Onder buren” (2021), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026356186
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.