corriger

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  corriger    (hulp, bestand)
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
corriger
corrigeais
corrigé
eerste groep volledig

Werkwoord

corriger

  1. corrigeren, iets ontdoen van fouten of fouten aanduiden
  2. (spreektaal) (figuurlijk) erop slaan, afranselen [1]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.