couche
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: couche (hulp, bestand)
Woordafbreking
- cou·che
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | couche | couches |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de couche v / m
Gangbaarheid
- Het woord couche staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "couche" herkend door:
47 % | van de Nederlanders; |
53 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ couche op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Frans
Uitspraak
- Geluid: couche (hulp, bestand)
Woordherkomst en -opbouw
- Van het Oudfranse culche, verder te herleiden tot Latijn collocare.
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
couche | la couche | couches | les couches |
Zelfstandig naamwoord
couche v
Werkwoord
vervoeging van |
---|
coucher |
couche
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.