coupe

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  coupe    (hulp, bestand)
  • IPA: /kup/
Woordafbreking
  • cou·pe
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘snit’ voor het eerst aangetroffen in 1895 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord coupe coupes
verkleinwoord coupeje coupejes

Zelfstandig naamwoord

decoupev/m

  1. breed glas voor ijs en vruchten
  2. haarvorm ontstaan door knippen
    • Zij liet haar haar in een korte coupe knippen. 
     'In plaats van een voor de hand liggende opmerking in de trant van 'ik neem morgen een coupe soleil', glimlachte Jeroen geheimzinnig.[2]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Gelijkklinkende woorden

Werkwoord

vervoeging van
coupen

coupe

  1. aanvoegende wijs van coupen

Gangbaarheid

  • Het woord coupe staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen


Frans

Uitspraak
  • Geluid:  coupe    (hulp, bestand)
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  coupe     la coupe     coupes     les coupes  

Zelfstandig naamwoord

coupe v

  1. kapsel
  2. cup, beker, bokaal

Werkwoord

vervoeging van
couper

coupe

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van couper
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van couper
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van couper
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.