cycler

Engels

enkelvoud meervoud
cycler cyclers

Zelfstandig naamwoord

cycler

  1. fietser

Frans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
cycler
cyclais
cyclé
eerste groep volledig

Werkwoord

cycler

  1. onovergankelijk fietsen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.