daarop

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  daarop    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • daar·op
Woordherkomst en -opbouw
  vnw. bijw.
  voorzetselbijwoord     op  
 persoonlijk     erop  
aanwijz.  nabij     hierop  
  veraf     daarop  
  vragend/betrekk.     waarop  

Voornaamwoordelijk bijwoord

(scheidbaar)
daarop

  1. op dat, op die
    • Daarop zet je een vaas met bloemen. 
    • Zie je de lijst? Daarop kun je je naam schrijven. 

Bijwoord

daarop

  1. op een tijdstip vlak na het genoemde
    • Na een paar replieken werd het debat gesloten. Daarop kwam 't hoofdpunt ter sprake. 

Gangbaarheid

  • Het woord daarop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.