erop

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  erop    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • er·op
Woordherkomst en -opbouw
  vnw. bijw.
  voorzetselbijwoord     op  
 persoonlijk     erop  
aanwijz.  nabij     hierop  
  veraf     daarop  
  vragend/betrekk.     waarop  

Voornaamwoordelijk bijwoord

(scheidbaar)
erop

  1. vervangt *op het
    • Erop staat een vaas met bloemen. 
    • Er staat een vaas met bloemen op. 
     De fles was gelukkig groot genoeg en uiteindelijk kon ik met een zucht van verlichting de dop erop draaien.[1]
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • met alles erop en eraan
helemaal compleet

Gangbaarheid

  • Het woord erop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.