dakluik

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dakluik    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dak·luik
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dakluik dakluiken
verkleinwoord dakluikje dakluikjes

Zelfstandig naamwoord

hetdakluiko

  1. een valluik dat toegang geeft tot platte daken
    • Twee dakluiken van een rondvaartboot belandden woensdagavond in de gracht nadat de boot De Museumbrug op de grens van Zuid en Centrum raakte. [2] 
    • Het open dakluik van de 'kluiskamer' van Ibn Ghaldoun. Het luik op het schooldak waardoor de scholieren de eindexamens hebben weten te bemachtigen, bleek niet te zijn afgesloten. Het was echter wel de toegang tot de 'afgesloten' kluiskamer van Ibn Ghaldoun waar alle eindexamens lagen. [3] 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'dakluik' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.