dansfeest

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dansfeest    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈdɑnsfest/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • dans·feest
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dansfeest dansfeesten
verkleinwoord dansfeestje dansfeestjes

Zelfstandig naamwoord

hetdansfeesto

  1. feest waar gedanst kan worden
    • Ik ben met mijn vriendinnetje naar een dansfeest gegaan.  
    • Wat draag je naar je werk? En waarom? Deze week Marian Markelo (62). Als bekendste wintipriesteres van Nederland houdt ze grote muziek- en dansfeesten ter ere van de natuurkrachten. „Ik hoor goed na te denken en ik hoor er goed uit te zien.” [2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord dansfeest staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.