dansk

Deens

Uitspraak
  • Geluid:  dansk    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈdanˀsg/
Woordafbreking
  • dansk
Woordherkomst en -opbouw
  • Deens woord met het achtervoegsel -sk.
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)		 g enkelvoud dansk mere dansk mest dansk
o enkelvoud dansk
meervoud danske
bepaald
(zwak)		 enkelvoud en
meervoud		 danske mere dansk mest danske

Bijvoeglijk naamwoord

dansk

  1. (demoniem) Deens
Hyperoniemen
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   dansk     dansken     -     -  
genitief   dansks     danskens     -     -  

Zelfstandig naamwoord

dansk o

  1. (taal) Deens
    «Mit dansk er ikke så godt.»
    Mijn Deens is niet zo goed.
Afgeleide begrippen
  • rigsdansk
Verwante begrippen

Verwijzingen

    Noors

    Uitspraak
    • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
    • IPA: /dɑnsk/
    Woordafbreking
    • dansk
    Woordherkomst en -opbouw
    • Noors woord met het achtervoegsel -sk.
    Naar frequentie 7504
    stellend vergrotend overtreffend
    onbepaald
    (sterk)    		 m/v enkelvoud dansk danskere danskest
    o enkelvoud dansk
    meervoud danske
    bepaald
    (zwak)    		 enkelvoud en
    meervoud    		 danske danskere danskeste

    Bijvoeglijk naamwoord

    dansk

    1. (demoniem) Deens
    Hyperoniemen
      enkelvoud meervoud
    onbepaald bepaald onbepaald bepaald
    nominatief   dansk     dansken     dansker     danskene  
    genitief   dansks     danskens     danskers     danskenes  

    Zelfstandig naamwoord

    dansk m

    1. (taal) Deens
    Verwante begrippen

    Nynorsk

    Uitspraak
    • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
    • IPA: /dɑnsk/
    Woordafbreking
    • dansk
    Woordherkomst en -opbouw
    • Nynorsk woord met het achtervoegsel -sk.
    stellend vergrotend overtreffend
    onbepaald
    (sterk)    		 m/v enkelvoud dansk meir dansk mest dansk
    o enkelvoud dansk
    meervoud danske
    bepaald
    (zwak)    		 enkelvoud en
    meervoud    		 danske mere dansk mest danske

    Bijvoeglijk naamwoord

    dansk

    1. (demoniem) Deens
    Hyperoniemen
      enkelvoud meervoud
    onbepaald bepaald onbepaald bepaald
    nominatief   dansk     dansken     danskar     danskane  

    Zelfstandig naamwoord

    dansk m

    1. (taal) Deens
    Verwante begrippen

    Zweeds

    Woordafbreking
    • dansk
    Woordherkomst en -opbouw
    • Zweeds woord met het achtervoegsel -sk.

    Bijvoeglijk naamwoord

    dansk

    1. Deens
    dansks enkelvoud meervoud
      onbepaald bepaald onbepaald bepaald
      nominatief     dansk     dansken     danskar     danskarna  
      genitief     dansks     danskens     danskars     danskarnas  

    Zelfstandig naamwoord

    dansk g

    1. (demoniem) Deen
    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.