dean
Niet te verwarren met: Dean |
Engels
Uitspraak
- Geluid: dean (VS) (hulp, bestand)
- IPA: /diːn/
enkelvoud | meervoud |
---|---|
dean | deans |
Zelfstandig naamwoord
dean
- (onderwijs), (beroep) decaan
- «He is the dean of the faculty.»
- Hij is de decaan van de faculteit.
- «He is the dean of the faculty.»
- (religie), (beroep) deken [2]
- (geologie), (BE) dal
Gelijkklinkende woorden
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.