defensiepersoneel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: defensiepersoneel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- de·fen·sie·per·so·neel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van defensie zn en personeel zn
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | defensiepersoneel | |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het defensiepersoneel o
- (militair) alle mensen die bij het leger werken
- ▸ Nederlandse commando's maken zich grote zorgen over de kogelwerende helmen en scherfvesten waarmee ze op pad worden gestuurd. Voorzitter Jean Debie van de vakbond voor Defensiepersoneel bevestigt berichtgeving hierover in het AD en De Telegraaf.[1]
- ▸ Hij denkt ook niet dat er een verband is tussen het gebrek aan vertrouwen bij het Defensiepersoneel en de jarenlange bezuinigingen, zoals Bauer stelde.[2]
Hyponiemen
- militair, defensiemedewerker
Gangbaarheid
- Het woord defensiepersoneel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “'Commando's klagen over helmen en kogelwerende vesten'” (02-10-2018), NOS
- ↑ Weblink bron Tomas Riemens“Een enkeltje naar huis na een melding, bij Defensie gebeurt het” (15-10-2018), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.