degene

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  degene    (hulp, bestand)
  • IPA: /də'ɣenə/
Woordafbreking
  • de·ge·ne
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘aanwijzend voornaamwoord’ voor het eerst aangetroffen in 1237 [1]
  • samenstelling van  de  en  gene  [2]

Aanwijzend voornaamwoord

degene m/v

  1. wijst een antecedent aan vóór de bepalende bijzin
    • Is dat degene die gisteren het woord voerde? 
    • Hij is degene die mij gered heeft. 
degene = die (persoon) gisteren het woord voerde
degene = die (persoon) mijn gered heeft
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord degene staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
86 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.