delgen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  delgen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈdɛlɣə(n)/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • del·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
delgen
delgde
gedelgd
zwak -d volledig

Werkwoord

delgen

  1. (economie) een schuld uitwissen, tenietdoen, amortiseren
Anagrammen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord delgen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
62 %van de Nederlanders;
74 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.