detecteren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  detecteren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • de·tec·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van het Franse détecter (met het voorvoegsel de- en met het achtervoegsel -eren) [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
detecteren
detecteerde
gedetecteerd
zwak -d volledig

Werkwoord

detecteren

  1. overgankelijk iets of iemand zoeken en vinden, het bestaan ontdekken van
  2. overgankelijk ergens een signaal van door middel van apparatuur opvangen
    • Er werden grote hoeveelheden radioactiviteit gedetecteerd langs de Japanse kust. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord detecteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.