diacones

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  diacones    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • di·a·co·nes
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘pleegzuster’ voor het eerst aangetroffen in 1872 [1]
  • afgeleid van diaconie met het achtervoegsel -es [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord diacones diaconessen
verkleinwoord diaconesje diaconesjes

Zelfstandig naamwoord

dediaconesv [3]

  1. (protestantse) (beroep) verpleegster
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord diacones staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
76 %van de Nederlanders;
44 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.