diagnosticus
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: diagnosticus (hulp, bestand)
Woordafbreking
- di·ag·nos·ti·cus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | diagnosticus | diagnostici |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de diagnosticus m [1]
- iemand die diagnosticeert, een diagnose stelt
Gangbaarheid
- Het woord diagnosticus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.