diagonaal

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  diagonaal    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌdijaɣoˈnal/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • di·a·go·naal
Woordherkomst en -opbouw
  • van Frans diagonal, in de betekenis van ‘hoeklijn’ voor het eerst aangetroffen in 1773 [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen diagonaaldiagonalerdiagonaalst
verbogen diagonalediagonalerediagonaalste
partitief diagonaalsdiagonalers-

Bijvoeglijk naamwoord

diagonaal

  1. schuin lopend vanuit een hoek naar de hoek er schuin tegenover.
    • Wat is de formule van die diagonale lijn? 
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord diagonaal diagonalen
verkleinwoord diagonaaltje diagonaaltjes

Zelfstandig naamwoord

dediagonaalv/m

  1. (wiskunde) rechte lijn die twee niet-opeenvolgende hoekpunten van een veelhoek verbindt
    • Stel de formule op van deze diagonaal. 
Synoniemen

diagonaal o

  1. gekeperd weefsel met schuin lopende strepen.
    • Dat weefsel daar heet het diagonaal. 
Hyponiemen
  • beelddiagonaal, hoofddiagonaal
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord diagonaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.