diamanthandelaar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  diamanthandelaar    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • di·a·mant·han·de·laar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord diamanthandelaar diamanthandelaren
diamanthandelaars
verkleinwoord diamanthandelaartje diamanthandelaartjes

Zelfstandig naamwoord

dediamanthandelaarm

  1. iemand die voor zijn beroep diamanten in- en verkoopt
    • In Amsterdam en Antwerpen zijn veel diamanthandelaren gevestigd 

Gangbaarheid

  • Het woord diamanthandelaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.