handelaar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  handelaar    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈhɑndəˌlar/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • han·de·laar
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van de stam van handelen met het achtervoegsel -aar.
enkelvoud meervoud
naamwoord handelaar handelaars
handelaren
verkleinwoord handelaartje handelaartjes

Zelfstandig naamwoord

dehandelaarm

  1. (beroep) (handel) iemand die handel drijft
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord handelaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.