dibboek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dibboek    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈdɪbuk/
Woordafbreking
  • dib·boek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dibboek dibboeken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dedibboekv/m

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) geest van een dode die zich meester maakt van een levend persoon

Gangbaarheid

  • Het woord dibboek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
9 %van de Nederlanders;
9 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.