dicteenomade

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dicteenomade    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dic·tee·no·ma·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dicteenomade dicteenomaden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dedicteenomadev/m

  1. iemand die het land doortrekt om aan spellingswedstrijden mee te doen
     "De meeste deelnemers hier zijn minstens 50 jaar jonger dan ik. Laat de jeugd maar winnen. Ik ben geen dicteenomade, wel een literatuurliefhebber."[1]

Gangbaarheid

  • Het woord dicteenomade staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Groot Dictee der kuitenbijters” (18 december 2014, 00:00), De Morgen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.