didactiek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  didactiek    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • di·dac·tiek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord didactiek didactieken
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dedidactiekv

  1. (onderwijs) de kunst van het onderwijzen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord didactiek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
90 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.