digibord
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: digibord (hulp, bestand)
- IPA: / ˈdiɣiˌbɔrt / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- di·gi·bord
Woordherkomst en -opbouw
- kofferwoord van "digitaal schoolbord", aangetroffen vanaf 2006 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | digibord | digiborden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het digibord o
- (onderwijs) grote witte plaat waarop wisselende informatie uit een computer of vanaf internet wordt getoond en met de mogelijkheid daar met speciale pen teksten of schetsen aan toe te voegen
- ▸ Vaak geeft de ‘zieke’ docent online les vanuit huis en volgen de scholieren in de klas de instructies via hun laptops of het digibord.[2]
Opmerkingen
- Dit soort borden wordt ook wel buiten het onderwijs gebruikt, maar daar zijn grote aanraakbeeldschermen meer gebruikelijk.
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord digibord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron René HoonhorstDigibord doet zijn intrede in: Provinciale Zeeuwse Courant , jrg. 248 nr. 259 (2 november 2006), p. 41 (Z 11) kol. 2/5
- ↑ Weblink bron Mirjam RemiePatricia Veldhuis“Nu steeds meer leerlingen thuiszitten neemt de chaos op scholen toe” (25 september 2020) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.