digibord

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  digibord    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈdiɣiˌbɔrt/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • di·gi·bord
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord digibord digiborden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetdigibordo

  1. (onderwijs) grote witte plaat waarop wisselende informatie uit een computer of vanaf internet wordt getoond en met de mogelijkheid daar met speciale pen teksten of schetsen aan toe te voegen
     Vaak geeft de ‘zieke’ docent online les vanuit huis en volgen de scholieren in de klas de instructies via hun laptops of het digibord.[2]
Opmerkingen
  • Dit soort borden wordt ook wel buiten het onderwijs gebruikt, maar daar zijn grote aanraakbeeldschermen meer gebruikelijk.
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord digibord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    René Hoonhorst
    Digibord doet zijn intrede in: Provinciale Zeeuwse Courant , jrg. 248 nr. 259 (2 november 2006), p. 41 (Z 11) kol. 2/5
  2. Weblink bron
    Mirjam RemiePatricia Veldhuis
    “Nu steeds meer leerlingen thuiszitten neemt de chaos op scholen toe” (25 september 2020) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.