diocese

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  diocese    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • di·o·ce·se
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van diocees met het achtervoegsel -e
enkelvoud meervoud
naamwoord diocese diocesen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dediocesev

  1. (religie) bisdom
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord diocese staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
48 %van de Nederlanders;
63 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Engels

Uitspraak
  • IPA: /ˈdaɪ.ə.sɪs/
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans.
enkelvoud meervoud
diocese dioceses

Zelfstandig naamwoord

diocese

  1. (religie) bisdom, diocese
Synoniemen
  • bishopric
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.