directeurschap

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  directeurschap    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • di·rec·teur·schap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord directeurschap directeurschappen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetdirecteurschapo

  1. het directeur zijn; de functie van directeur
     "Ik vind dit veel leuker dan naar school gaan", zegt Devi over haar 'directeurschap'. "Ik heb inspraak en leer meer dan wanneer ik alleen in boeken zit te kijken." Zo mocht Devi vandaag helpen bij bloeddrukmetingen en kreeg ze een eigen e-mailaccount waar medewerkers terecht konden met vragen. "Iemand vroeg bijvoorbeeld of zijn extra uren konden worden uitbetaald."[2]

Gangbaarheid

  • Het woord directeurschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron
    Erika de Joode
    “Op je vingers getikt door een scholier: zij waren een dag de baas” (Donderdag 23 januari 2020), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.