directeur
Niet te verwarren met: Directeur |
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: directeur (hulp, bestand)
- IPA: / dirɛkˈtør / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- di·rec·teur
Woordherkomst en -opbouw
- van Frans directeur, in de betekenis van ‘hoogste bestuurder’ voor het eerst aangetroffen in 1618 [1][2][3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | directeur | directeuren directeurs |
verkleinwoord | directeurtje | directeurtjes |
Zelfstandig naamwoord
de directeur m
- (beroep) baas van een organisatie
- We moesten eerst goedkeuring aan de directeur vragen.
- Mevrouw Maillard had maar één zoon en ze had veel bewondering voor directeuren. Dus zag ze Albert al als directeur van een bank, en reken maar dat ze meteen enthousiast was en ervan overtuigd was dat hij zich 'met zijn intelligentie' rap naar de top zou opwerken. [4]
- een parmantig persoon
- Mijn neefje was al een echte directeur.
Hyperoniemen
Hyponiemen
|
|
|
|
Afgeleide begrippen
|
|
|
|
Verwante begrippen
- bedrijfsleider, bestuurder, directie, gerant, manager, regisseur
- mannelijke vorm van directrice
Anagrammen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord directeur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "directeur" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ directeur op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "directeur" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Lemaitre, Pierre"Tot ziens daarboven" 2014 ISBN 9789401601931 pagina 15
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Frans
Uitspraak
- Geluid: directeur (hulp, bestand)
- IPA: /di.ʁɛk.tœʁ/
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord | |
mannelijk | directeur | le directeur | directeurs | les directeurs |
vrouwelijk | directrice | la directrice | directrices | les directrices |
Zelfstandig naamwoord
directeur m
- directeur, iemand die leiding geeft aan een organisatie
Overerving en ontlening
Anagrammen
- créditeur
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.