djeroek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  djeroek    (hulp, bestand)
  • IPA: /djəˈruk/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • dje·roek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord djeroek djeroeks
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dedjeroekm

  1. (plantkunde) boom of plant uit het geslacht Citrus  zoals die in Indonesië groeien, bijvoorbeeld Citrus × aurantiifolia  en Citrus hystrix 
    • Er stonden namelijk grote bomen als tandjoeng, djohar en boengoer en verder nog kleine bomen en heesters, zoals djeroek, delima, sokka, patjar koekoe, pisang en blimbing. [3]
  2. (voeding) vrucht van een citrusboom of citrusplant zoals die in Indonesië groeien
    • Ik weet nog de smaak van papaja, djeroek,
      Maar zuurzak is wat ik al jarenlang zoek;
      Toch heb ik die vroeger gegeten.
       [4]
Hyperoniemen
Hyponiemen
  • djeroek poeroet

Gangbaarheid

  • Het woord djeroek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
15 %van de Nederlanders;
8 %van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.