dodecaëder

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dodecaëder    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈdodekaˌedər/ (5 lettergrepen)
Woordafbreking
  • do·de·caë·der, do·de·ca·eder
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘twaalfvlak’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1886 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord dodecaëder dodecaëders
verkleinwoord dodecaëdertje dodecaëdertjes

Zelfstandig naamwoord

dedodecaëderm

  1. (wiskunde) een regelmatig veelvlak bestaande uit twaalf vijfhoeken
    • Het is niet ongebruikelijk dat een chemisch complex de vorm van een dodecaëder aanneemt. 
Afgeleide begrippen
  • dodecaëdrisch
Verwante begrippen
Regelmatige veelvlakken in het Nederlands

tetraëderhexaëderoctaëderdecaëderdodecaëdericosaëder

Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord dodecaëder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.