doelnet

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  doelnet    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • doel·net
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord doelnet doelnetten
verkleinwoord doelnetje doelnetjes

Zelfstandig naamwoord

hetdoelneto [1]

  1. het net dat hangt achter het doel bij voetballen, hockey en ijshockey
    • Toen de Algerijnse middenvelder Adlène Guedioura vijf minuten voor tijd zijn snelheid niet onder controle had en en in het doelnet belandde, begaf het doel het zowaar onder zijn gewicht. [2] 
    • Een doelnet werd kapot gesneden en een reclamebord met daarop ‘Respect’ werd vernield. De schade bedraagt volgens voorzitter Peter Leferink 500 tot 750 euro. Maar het schokkendst vindt hij nog dat de daders een groot spandoek achterlieten met daarop de tekst ‘Kanker Tubantia’. [3] 

Gangbaarheid

  • Het woord 'doelnet' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
87 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.