dolboord

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dolboord    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dol·boord
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dolboord dolboorden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dolboord m/o [2]

  1. (scheepvaart) bovenste rand van een (roei)boot
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord dolboord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
38 %van de Nederlanders;
25 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.