dooddoener

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dooddoener    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dood·doe·ner
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘algemeen gezegde dat niets bewijst’ voor het eerst aangetroffen in 1858 [1]
  • Samenstellende afleiding van dood en doen met het achtervoegsel -er [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord dooddoener dooddoeners
verkleinwoord dooddoenertje dooddoenertjes

Zelfstandig naamwoord

dedooddoenerm

  1. nietszeggende, algemene opmerking om een discussie voortijdig af te sluiten
    • De discussie werd beëindigd met de dooddoener dat de waarheid wel in het midden zal liggen. 
    • Een dooddoener kun je gebruiken om de tijd te vullen.  

Gangbaarheid

  • Het woord dooddoener staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.