doofstom

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  doofstom    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • doof·stom
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen doofstom
verbogen doofstomme
partitief doofstoms

Bijvoeglijk naamwoord

doofstom

  1. (medisch) niet kunnen horen en niet kunnen spreken
    • Het doofstomme meisje sprak door middel van de Nederlndse gebarentaal. 
    • De term doofstom is tegenwoordig vervangen door de term doof zonder het woord stom dat ook dom kan betekenen. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord doofstom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.